Een blog over het internet. Om te beginnen zal ik zelf maar meteen kader scheppen door dé vraag te stellen en deze meteen van repliek te voorzien. Want Evert Cuijpers toch, jij als marketeer, jij als content-verslaafde gaat nu beweren dat je niet blij bent met het internet? Nee, geen paniek; ik ben fan! Als content-obesitast ben ik fervent lezer van het www-fenomeen, evenals de marketeer in mij dat is. Omdat het complementair is aan hele mooie platforms als print, tv en radio die er al waren vóórdat het digitale tijdperk onze levens binnenwandelde. Niet in plaats van, maar samen met al die andere kanalen maakt internet het speelveld waarop marketing bedreven wordt rijker en boeiender. Dat dus vooraf.
En daarom gaat het fout.
Complementair dus. Aanvullend, verrijkend, in combinatie met en dus niet in plaats van. Al die bedrijven die enkel nog online marketeers werven, maken dan ook een ernstige denkfout. Als je de regels en de mazen in de wetten van Google kent, ben je nog geen marketeer. Maar volgens velen blijf je met die mening in het oude leven. Ze vinden maar, ik vind het goed. Online is tegenwoordig voor velen het toverwoord voor vrijwel alles. Dat hun doelgroep nog huist in menselijke lichamen die met hun gevoelens, menselijke normen en dromen de offline wereld bevolken, vergeten vele bedrijven gemakshalve. En daarom gaat het fout.
Ze zien het fout gaan.
Kijk het retail-landschap. Binnensteden geven de aanblik van dat er een oorlog heeft gewoed. Dichtgetimmerde en beplakte ramen van leegstaande panden waarin enkele jaren geleden nog kleine zelfstandigen met hun nering voor het onderscheidende vermogen zorgden, zijn de stille getuigen van de online revolutie. We zeggen het verschrikkelijk te vinden, pakken de iPad en doen onze volgende bestelling…. Maar er lijkt een kentering gaande. Ja, er wordt steeds meer online gekocht. Maar uit recente cijfers blijkt dat het juist bekende ketens met eigen offline winkels zijn die met hun online activiteiten een steeds groter aandeel pakken van die online miljardenomzet. De louter online-aanbieders worden langzaamaan zenuwachtig. Ze zien het fout gaan.
Het ging dus fout.
Een bekende van mij werkt vaak thuis. ’s Avonds. Omdat een 36-urige werkweek op papier leuk klinkt maar 80 uur van je wordt verwacht. Die bekende doet dat thuiswerken normaal op de laptop van zijn werk. Laatst klom hij echter op het toetsenbord van de thuiscomputer die enkel door zijn vrouw en kinderen wordt gebruikt omdat zijn laptop was aangevallen door een mok koffie en aan het infuus lag bij de ICT-afdeling van het bedrijf waar hij werkt. Hij moest die avond voor zijn werkzaamheden het internet op en werd daar bedolven onder banners van zijn favoriete horlogemerk. De verrassing was weg; de verrassing van wat hij zou krijgen voor zijn verjaardag. Leuk, die retargeting. Het ging dus fout.
De grote belofte van transparantie.
Ik denk niet dat dit bedoeld werd toen met de komst van internet transparantie werd beloofd. Sowieso is die transparantie zo smal of breed als de budgetten van groot-adverteerders. Hoe breder het budget; hoe smaller onze transparantiezuil. Ik hoor steeds meer de irritatie over dat internet onze wereldjes kleiner maakt. Omdat we enkel nog producten en diensten krijgen aangeboden binnen ons interessegebied en niet meer geprikkeld en inspireert worden door het onbekende. De systematiek van Google stopt ons in hokjes die steeds meer aanvoelen als dwangbuizen. Ik heb sterk het gevoel dat het daar fout gaat met de grote belofte van transparantie.
Wie is schuldig?
Maar wie is de schuldige? Is het Google? Ik vind van niet. Google heeft een goed werkend verdienmodel gevonden en dat kunnen we de mensen daar moeilijk kwalijk nemen. Zijn het dan de online-grootadverteerders? Ja en nee. Nee, omdat het bij marketing uiteindelijk om de bottom-line gaat. Ja, omdat ik vind dat met veel online-strategieën die ik zie de marketeers hun doelgroep-potentieel enkel smaller dan breder maken. Maar dat is hún zorg; wij hadden het hier over wie schuldig is. Zijn we dat niet zelf een beetje? Want waar we ons blijkbaar ergeren aan banners, ongevraagde pop-ups en we allemaal tot notoire cookies-monster zijn verworden, zijn we wel stellig dat we niet meer wensen te betalen voor content. Zou het daar niet fout zijn gegaan?
Door de scheurtjes in de belofte van het world wide web ontstaat vruchtbare bodem voor een tegengeluid. Tijd voor wat internet-activisme zou ik zeggen. Niet óp het internet maar op het gebiéd van internet. De vraag is echter of het de tegenbeweging gaat lukken om hoog te scoren in de Google-zoekresultaten…
Geef een reactie