Mark, in deze blog noem ik hem Mark. Mark is directeur/eigenaar en volgens mij een hele goede. Ondanks dat het woord crisis het meest gehanteerde woord is in zowat iedere bedrijfseconomische analyse van de afgelopen jaren, heeft Mark zijn onderneming met veel lef, visie en finesse succesvol over de woelige monetaire baren langs door de bancaire sector opgeworpen kliffen gemanoeuvreerd om uiteindelijk in de haven van de blauwe oceaan van W. Chan Kim en Renée Mauborgne aan te meren. Ik vind dat knap.
Een tijdje heb ik me zorgen gemaakt om Mark. De tijd dat hij teveel rende, te hard rende, zich overrende en de zwaartelast van het hooi teveel dreigde te worden voor de maat en constructie van de vork die hij hanteerde. Mark zag dit gelukkig ook en nam maatregelen. Hij stelde een directeur aan voor de operationele aansturing en kreeg zelf weer de rust om helemaal in zijn kracht te komen. En in die kracht kwam hij weer op kracht, krachtiger dan ooit.
Het fanatisme, de bevlogenheid en bezieling die Mark kenmerken, eist Mark ook van zijn medewerkers. Niet dat daar iets mis mee is, maar vaak zie ik Mark hen niet alleen een hooivork in de hand geven waarvan de afmeting ieder jaar groeit, ook in de breedte krijgen ze er steeds meer klussen bij. Ik heb wel eens voorzichtig bij hem aangekaart of dit de efficiency en slagvaardigheid van zijn bedrijf wel ten goede komt. Ik kan alles zeggen tegen Mark, maar dit soort zinnen hebben geen zin. Eigenwijsheid is zijn schild dat verhindert dat dergelijke kritiek binnenkomt. Net als dat het groter wordende cijfer dat personeelsverloop aanduidde niet binnenkwam.
Een andere fascinatie van Mark is topsport, en dan vooral de individuele varianten als wielrennen, schaatsen en tennis. Mark kan daar intens van genieten en gepassioneerde gesprekken over voeren op feestjes. Enkele dagen terug kreeg hij op een feestelijke gelegenheid het podium om over de Tour de France te oreren. Ik vroeg hem waarom topsporters ook top presteren. Omdat ze hard werken, talent hebben en doorzettingsvermogen luidde zijn antwoord. “Dat is de basis van succes. In de sport én in het bedrijfsleven.”, aldus Mark. Of hij niet twee essentiële zaken vergat te benoemen, was mijn vraag. Het was een van de weinige keren dat ik Mark aan het twijfelen heb gekregen. Ik vervolgde: “Naast de voorwaarden die je net noemde, zijn er volgens mij nog twee essentiële zaken. Namelijk dat talenten gefaciliteerd moeten worden om focus te houden op de doorontwikkeling van hun talent én dat pieken alleen kan als er goed gedoseerd wordt met momenten van rust en inspiratie.” Mark gaf me een hand en dankte me. Ook dat is het mooie aan Mark.
Geef een reactie