Een blog vanaf het vakantie-adres. Ik had ‘m al elders gepost, maar nu ook op het zakelijke LinkedIn. Omdat de vakantie hier slechts het toneel is voor een verhaal, niet meer dan behang. De essentie is universeel, voor iedereen. Vandaar dus ook LinkedIn.
Vakantie dus. Op een camping. Omdat vakanties op campings een bepaalde vrijheid geven aan kinderen. Omdat ze in een onbekend maar afgeschermde omgeving op ontdekkingstocht kunnen gaan. Zonder ouders, op hun eigen navigatiesysteem, met eigen angsten en verlangens. Onze kinderen vinden die vrijheid en een duik in het onbekende heerlijk. Onbekenden transformeren razendsnel in bekenden want nog voordat we de poten onder de caravan hebben gedraaid, worden nieuwe vriendjes en vriendinnetjes aan ons voorgesteld en zijn we door de eerste helft aan meegenomen voorraad limonade en koekjes heen. Daarom een camping dus.
Daarbij is er ook een grote overeenkomst tussen campinggasten en Venlonaren, stadsgenoten van mij. In het rijke en soms tegen poëzie schurend Venloos vocabulaire, herbergt het woord ‘näöle’. Näöle is een werkwoord en de Venlonaar praktiseert het met verve. Het is een soort van zeuren, zaniken met grote K, mekken, klagen. Niet dat de Venlonaar negatief is, maar näöle is iets wat gewoon bij de Venlonaar hoort. Genetisch bepaald, soort van volkscultuur, of -sport voor wie dat prefereert. Maar de Venlonaar is hiermee niet enig in zijn soort. Er is namelijk ook nog de campinggast. Die näölt ook.
Overal en over alles. De meest hilarische campingnäölplek is denk ik wel de ruimte bij het toiletgebouw waar wordt afgewassen. Overwegend door mannen. Net als dat met Vastelaovend (Venloos voor carnaval) de plé (Venloos voor toilet) broedplaats is voor een haast literaire vorm van humor, zo is de afwasplek bij een toiletgebouw op een camping dat voor het hogere campingnäöle. Niets is goed. Het weer op één uiteraard, maar ook de kracht van de douchestraal, het gebleekte gebit van de mevrouw van de campingwinkel, de prijzen in die campingwinkel en het ijswater waarmee het zwembad is gevuld, zijn in een hevige strijd verwikkeld voor een plek bij de näöl top drie.
Vanochtend was ik vroeg wakker. Ik näölde wat toen ik zag dat de uurwijzer de zes pas net had aangeraakt maar besloot al snel de dag goed te beginnen met een strandwandeling. Daar was het heerlijk, vooral de rust. Rustig was het ook bij de douches toen ik terug was op de camping. Moe van het näölen, lagen de meesten nog op een oor. Naast mij in een douche- en washokje een vader en, zo maakte ik op uit hun gesprek, zijn negen jarig zoontje. De vader vroeg hem wat hij het allerleukste vond op vakantie. ‘Dat ik niet meer op een voetbaltraining hoef te wachten om me te kunnen douchen, pap. Heerlijk dat dat hier iedere dag kan. Als ik groot ben ga ik sparen voor een eigen bad of douche in mijn huis’.
Zelf had ik de watertemperatuur zo wat op z’n heetst staan, maar met dik kippenvel besloot ik prompt nooit meer te näöle.
Nou ja, voorlopig dan.
Geef een reactie