Een bord met dat er hier mensen wonen en de oproep om dat te respecteren. Ik was net rechtsaf geslagen en liet het ruwe havengebied achter me. Een anderhalf uur durende autorit had me door de niet aflatende motregen van Venlo naar de oostzijde van Antwerpen gebracht en bij het passeren van de gemeentegrens van mijn eindbestemming was dit niet het welkomstbord dat ik had verwacht. De bebouwing werd voller naarmate ik het dorpje, veel meer was het niet, naderde. Zonder uitzondering verlaten woningen met dichtgetimmerde ramen en deuren en rijkelijk voorzien van graffiti aan weerszijden van de weg.
De navigatiestem liet me wederom naar rechts draaien en ik kwam nu in de bewoonde wereld terecht met de nuance dat er echt werkelijk niets bewoond was, in ieder geval leek. Links van mij zag ik twee in houdies verstopte jongemannen met een breekijzer een dichtgetimmerd raam openbreken. Een derde maakte er foto’s van. Een laatste afslag en links tussen de vervallen huizen door een schimp van Café Taverne waar ik moest zijn. Ik was wat aan de vroege kant en besloot enkele kiekjes te nemen van de molen op de dijk langs de Schelde met daarachter de gigantische kerncentrale. Het was inmiddels harder gaan regenen. Binnen in het café was het aangenaam warm en het gezelschap waarmee we hadden afgesproken kwam gestaag binnendruppelen.
Het was een prima bijeenkomst die het surrealistische beeld van buiten voor even deed vergeten. Na afloop werd aangeboden uitleg te geven over de bizarre plaats waar we ons begaven en we besloten nog even te blijven. Dat het ooit eens levendig industriedorpje nu nog maar een handjevol inwoners telde, had alles te maken met de ligging aan de haven en uitbreidingsplannen daarvan. Veel politiek gehakketak over wel of niet onteigenen omdat grond nodig was voor een nieuw dok. Dat én de bouw van een kerncentrale had haast het hele dorp de biezen doen pakken. We namen afscheid en ik besloot nog wat foto’s te maken van dit levenloos stukje aarde. Vanuit een ooghoek zak ik eerst een vergeeld gordijn achter een raam bewegen en toen een man die mij gadesloeg. Ik knikte wat ongemakkelijk en bedacht dat als hij een collectie gele hesjes in zijn garderobe heeft, ik dat kan begrijpen.
Een Antwerpse had de bijeenkomst belegd en daarbij beloofd ons naar een bijzonder stukje België te brengen. In die missie is zij meer dan geslaagd; ik zal Doel niet snel vergeten.
Geef een reactie