Ik verliet het geasfalteerde pad en liep door de winterbedding in de richting van de Maas. Ik moest in het havengebied zijn maar had geen exacte tijd afgesproken. Ik gunde mezelf wat lente door de auto wat verderop te parkeren en de laatste kilometer lopend af te leggen langs de rivier die ze in een Venloos lied als het zilveren lint bezingen. Een groep kopeenden dobberde tevreden op de golven, veroorzaakt door een voorbijvarend jacht met, hoe kan het hier ook anders, een Duits vlaggetje wapperend aan een antenne die vanuit de stuurhut de hemel in wees. Ik was bijna bij het water toen ik de emmer zag staan. Hij zal wit zijn geweest toen hij uit de Curver-fabriek rolde, maar nu was hij vies, gelig en met veel zwart zand ertegenaan. Het plastic hengsel was gebroken maar verder was de emmer intact. Hij hoorde daar niet, die emmer, en ik wilde er een blik in werpen. De ogen die de cellulaire dood nog niet waren gestorven, keken me aan. Zo’n vijf karpers, ik meen dat het er vijf waren maar zes zou ook kunnen, lagen in de emmer. Op de bodem een beetje water dat donker kleurde en troebel was door, ja door wat eigelijk? Op de vissen lag ook een dikke kei. Of de kei doodsoorzaak is geweest, weet ik niet. Wel werd me duidelijk dat er met iets op de vissen was ingehakt. In de emmer kijken was allerminst prettig. Laat staan de reuk, al viel die eigelijk mee in verhouding tot de dramatische aanblik. Ik heb ik er geen foto van gemaakt, wel een melding. Zeker weer zo’n kloot-jongeren. De man van het nabijgelegen restaurant had blijkbaar een speciale gave en wist meteen dat het jongeren waren geweest. Kloot-jongeren wel te verstaan. Ik kom het steeds vaker tegen. Zonder dat we van de hoed en de rand weten, hebben we onze mening klaar. Een oordeel dat vaak een veroordeling is en met spierballentaal aan iedereen die het wil horen en ook niet wil horen wordt gedeeld. Vanochtend las ik hier een column over van Roelof Hemmen. Over Nederland. Of dit Nederlands is, weet ik niet, maar wel weet ik dat ik er geen onderdeel van wil zijn. Alleen al door het plaatsen van dit stukje ben ik wel onderdeel van de wereld die social media heet. Een wereld waar ik steeds meer emmers tegenkom die stinken naar rotte vis.
Geef een reactie